Dutch
Swedish
Detailed Translations for mangaan from Swedish to Dutch
mangaan: (*Using Word and Sentence Splitter)
- man: gast; kerel; vent; gozer; knul; knakker; vrouw; man; echtgenoot; eega; gade; manspersoon; echtgenote; gemalin; manen van een paard
- gå an: razen; tieren; tekeergaan; te keer gaan; fulmineren
- män: mannen; manvolk