Summary
Dutch
Detailed Translations for haastigheid from Dutch to Swedish
haastigheid:
-
haastigheid (haast; spoed; ijl; overijling; gehaastheid)
Translation Matrix for haastigheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
brådska | gehaastheid; haast; haastigheid; ijl; overijling; spoed | drukte; gauwigheid; gebrom; gedrang; gemurmel; geroezemoes; toeloop; toevloed |
fläng | gehaastheid; haast; haastigheid; ijl; overijling; spoed | gebrom; gemurmel; geroezemoes |
hast | gehaastheid; haast; haastigheid; ijl; overijling; spoed | |
hastighet | gehaastheid; haast; haastigheid; ijl; overijling; spoed | gang; gauwigheid; rijsnelheid; snelheid; spoed; tempo; vaart |
Verb | Related Translations | Other Translations |
brådska | ijlen; jachten; jagen; jakkeren; opschieten; reppen; snellen; spoeden; vliegen; zich haasten; zich spoeden |
Wiktionary Translations for haastigheid:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• haastigheid | → fart; hast | ↔ hâte — Extrême promptitude, vivacité, rapidité avec laquelle on fait quelque chose. |