Noun | Related Translations | Other Translations |
obetydlig
|
|
achterlijke; dommerik; dwaas; idioot; onbenul; onnozelaar; onnozele kerel; simpele ziel
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
ogiltig
|
nietig; ongeldig
|
frauduleus; niet geldig; ongeldig; onregelmatig; onwetmatig
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
anspråkslöst
|
bescheiden; gering; nietig; onaanzienlijk; onbetekenend
|
dunnetjes; eenvoudig; magertjes; matig; pretentieloos; schraal; schraaltjes; sober; sobertjes; zonder pretenties
|
beskedlig
|
bescheiden; gering; nietig; onaanzienlijk; onbetekenend
|
aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig
|
beskedligt
|
bescheiden; gering; nietig; onaanzienlijk; onbetekenend
|
aangenaam; aardig; attent; behulpzaam; goedaardig; goedhartig; hulpvaardig; plezierig; voorkomend; vriendelijk; zachtaardig
|
obetydlig
|
bescheiden; gering; nietig; onaanzienlijk; onbetekenend
|
beuzelachtig; futiel; gering; luttel; marginaal; miniem; minimaal; minste; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; triviaal; weinig; weinigzeggend
|
obetydligt
|
bescheiden; gering; nietig; onaanzienlijk; onbetekenend
|
beuzelachtig; futiel; gering; klein; luttel; marginaal; miniem; minimaal; minste; nietsbetekenend; nietszeggend; onbeduidend; onbelangrijk; onbenullig; onbetekenend; ondermaats; triviaal; van geringe afmeting; weinig; weinigzeggend
|