Summary
Dutch
Detailed Translations for bijbrengen from Dutch to Swedish
bijbrengen:
-
bijbrengen (onderwijzen; leren)
-
bijbrengen (onderwijzen; doceren; onderrichten)
Conjugations for bijbrengen:
o.t.t.
- breng bij
- brengt bij
- brengt bij
- brengen bij
- brengen bij
- brengen bij
o.v.t.
- bracht bij
- bracht bij
- bracht bij
- brachten bij
- brachten bij
- brachten bij
v.t.t.
- heb bijgebracht
- hebt bijgebracht
- heeft bijgebracht
- hebben bijgebracht
- hebben bijgebracht
- hebben bijgebracht
v.v.t.
- had bijgebracht
- had bijgebracht
- had bijgebracht
- hadden bijgebracht
- hadden bijgebracht
- hadden bijgebracht
o.t.t.t.
- zal bijbrengen
- zult bijbrengen
- zal bijbrengen
- zullen bijbrengen
- zullen bijbrengen
- zullen bijbrengen
o.v.t.t.
- zou bijbrengen
- zou bijbrengen
- zou bijbrengen
- zouden bijbrengen
- zouden bijbrengen
- zouden bijbrengen
diversen
- breng bij!
- brengt bij!
- bijgebracht
- bijbrengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for bijbrengen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
lära | leerstelsel; leersysteem | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
bibringa | bijbrengen; doceren; onderrichten; onderwijzen | inscherpen |
lära | bijbrengen; leren; onderwijzen | aanleren; africhten; bijleren; dier africhten; dresseren; eigen maken; horen; iets leren; kennis opdoen; leren; lesgeven; meekrijgen; meepikken; onderwijzen; ontdekken; oppikken; opsteken; te horen krijgen; trainen; vernemen; verwerven; vinden |
lära ut | bijbrengen; doceren; onderrichten; onderwijzen | |
träna | bijbrengen; doceren; onderrichten; onderwijzen | africhten; bekwamen; coachen; dier africhten; dresseren; harden; oefenen; ontwikkelen; opleiden; scholen; trainen |
undervisa | bijbrengen; doceren; leren; onderrichten; onderwijzen | lesgeven; opleiden; scholen |
utbilda | bijbrengen; leren; onderwijzen | africhten; dier africhten; dresseren; trainen |
Wiktionary Translations for bijbrengen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bijbrengen | → ingjuta | ↔ instill — to cause a quality to become part of someone's nature |
• bijbrengen | → lära; undervisa | ↔ apprendre — acquérir une connaissance ou un savoir-faire. |
• bijbrengen | → undervisa | ↔ enseigner — Traductions à trier suivant le sens |