Dutch

Detailed Translations for actief from Dutch to Swedish

actief:


Translation Matrix for actief:

NounRelated TranslationsOther Translations
livlig pittigheid
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
aktiv -t actief
ModifierRelated TranslationsOther Translations
arbetsam actief; bedrijvig; bezig; nijver arbeidzaam; bewerkelijk; noest; voortvarend
arbetsamt actief; bedrijvig; bezig; nijver arbeidzaam; bewerkelijk; ijverig; noest; vlijtig; voortvarend
arbetssam actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; druk; werkend; werkzaam
arbetssamt actief; bedrijvig; bezig; druk
dynamisk actief; beweeglijk; dynamisch; energiek; levendig
dynamiskt actief; beweeglijk; dynamisch; energiek; levendig
energiskt actief; beweeglijk; dynamisch; energiek; levendig doortastend; drastisch; energiek; ferm; geanimeerd; krachtdadig; krachtig; levendig; sterk; vief; vol energie; vol fut
flitig actief; bedrijvig; bezig; druk; nijver ijverig; vlijtig
flitigt actief; bedrijvig; bezig; druk arbeidzaam; ijverig; noest; vlijtig
företagsamt actief; bedrijvig; bezig; druk energiek; ondernemend
idog actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; nijver; werkend; werkzaam arbeidzaam; noest
idogt actief; bedrijvig; bezig; nijver arbeidzaam; noest
ihärdig actief; bedrijvig; bezig; nijver geconcentreerd; ingespannen; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; vasthoudend; verdiept; volhardend; volhoudend
ihärdigt actief; bedrijvig; bezig; nijver aanhoudend; geconcentreerd; hardnekkig; ingespannen; onwankelbaar; onwrikbaar; pal; standvastig; vasthoudend; verdiept; volhardend; volhoudend; voortdurend
livlig actief; beweeglijk; dynamisch; energiek; levendig dartel; energiek; geanimeerd; levendig; speels; verhit; vief; vol fut; vurig
livligt actief; beweeglijk; dynamisch; energiek; levendig aangenaam; blij; blijmoedig; dartel; energiek; geanimeerd; levendig; levenslustig; monter; opgetogen; opgewekt; plezierig; speels; tierig; verhit; vief; vol fut; vrolijk; vurig
nitiskt actief; bedrijvig; bezig; nijver ijverig; vlijtig
träget actief; bedrijvig; bezig; nijver leergierig; studieus

Related Words for "actief":

  • actiefst, actiefste

Wiktionary Translations for actief:

actief
adjective
  1. met iets bezig zijnde

Cross Translation:
FromToVia
actief aktiv; aktivum active voice — the form in which the subject of a verb carries out some action
actief aktiv active — having the quality or power of acting
actief verksamhet; aktivitet activity — The state or quality of being active; nimbleness; agility; vigorous action or operation; energy; active force
actief on — in the state of being active, functioning or operating
actief aktiv aktivumgangssprachlich: in einer bestimmten Hinsicht tätig, engagiert
actief aktiv aktivPhysik: aktives Material: radioaktive Strahlen aussendend
actief verksam; livlig; ivrig; aktiv actif — Qui agir ou qui a la vertu d’agir.
actief verksam agissant — Qui agir, qui se donner beaucoup de mouvement.
actief aktiv effectif — Qui est réellement et de fait, qui produit un résultat réel.
actief aktiv énergique — Qui a de l’énergie.

Related Translations for actief