Swedish
Detailed Translations for fly-over from Swedish to Dutch
fly-over: (*Using Word and Sentence Splitter)
- fly: wegvluchten; vlieden; rennen; hardlopen; vluchten; ontsnappen; weglopen; uitwijken; ontkomen; ontvluchten; wegrennen; wegkomen; ontglippen; ervandoor gaan; ontsnappen aan; zich vrijmaken; zich uit de voeten maken; hem smeren; ontvlieden; de plaat poetsen
- över: over; overheen; voorbij; gepasseerd; over dit; tegenoverliggend; tegenovergelegen