Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. af:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for af from Dutch to Swedish

af:


Translation Matrix for af:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- klaar
ModifierRelated TranslationsOther Translations
avslutad af; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij afgeknot; afgerond; gecompleteerd
avslutat af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; volbracht; voltooid; voorbij afgeknot; afgerond; gecompleteerd; voleindigd
fullständig af; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij algeheel; compleet; kompleet; patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volkomen; volledig; volmaakt; volslagen; voortreffelijk
fullständigt af; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij afgerond; algeheel; baarlijk; compleet; gecompleteerd; integraal; kompleet; patent; perfect; uitmuntend; uitstekend; volkomen; volledig; volmaakt; volslagen; voortreffelijk
färdig af; beëindigd; gedaan; gereed; klaar; volbracht afgehandeld; gereed; klaar; paraat
färdigt af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij afgehandeld
gjort af; beëindigd; gedaan; gereed; klaar; volbracht
ner af; naar beneden

Synonyms for "af":


Related Definitions for "af":

  1. ergens vandaan1
    • hij loopt de trap af1
  2. er hoeft niets meer aan gedaan te worden1
    • de trui is af1

Wiktionary Translations for af:


Cross Translation:
FromToVia
af färdig; redo; tillreds prêt — Qui est en état de faire, de dire, de recevoir, etc... (Sens général).

Related Translations for af