Summary
Dutch
Detailed Translations for omschrijven from Dutch to Swedish
omschrijven:
-
omschrijven (definiëren; bepalen)
-
omschrijven (beschrijven; schetsen; afschilderen)
Conjugations for omschrijven:
o.t.t.
- omschrijf
- omschrijft
- omschrijft
- omschrijven
- omschrijven
- omschrijven
o.v.t.
- omschreef
- omschreef
- omschreef
- omschreven
- omschreven
- omschreven
v.t.t.
- heb omschreven
- hebt omschreven
- heeft omschreven
- hebben omschreven
- hebben omschreven
- hebben omschreven
v.v.t.
- had omschreven
- had omschreven
- had omschreven
- hadden omschreven
- hadden omschreven
- hadden omschreven
o.t.t.t.
- zal omschrijven
- zult omschrijven
- zal omschrijven
- zullen omschrijven
- zullen omschrijven
- zullen omschrijven
o.v.t.t.
- zou omschrijven
- zou omschrijven
- zou omschrijven
- zouden omschrijven
- zouden omschrijven
- zouden omschrijven
en verder
- ben omschreven
- bent omschreven
- is omschreven
- zijn omschreven
- zijn omschreven
- zijn omschreven
diversen
- omschrijf!
- omschrijft!
- omschreven
- omschrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze