Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. rumoer:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for rumoer from Dutch to Swedish

rumoer:

rumoer [het ~] noun

  1. het rumoer (lawaai; kabaal; spektakel; herrie; leven)
    oljud; tumult
  2. het rumoer (geluid)
    oljud; oväsen
  3. het rumoer (tumult; pandemonium; opschudding; )
    rabalder; tumult
  4. het rumoer (kouwe drukte; drukte; ophef)
    bråk; väsen; uppståndelse; tjafs

Translation Matrix for rumoer:

NounRelated TranslationsOther Translations
bråk drukte; kouwe drukte; ophef; rumoer drukte; gevechten; heisa; kouwe drukte; krakeel; stennis; vechtpartijen
oljud gedruis; geluid; herrie; kabaal; lawaai; leven; rumoer; spektakel; tumult geluidshinder; geluidsoverlast
oväsen geluid; rumoer geharrewar; luidruchtigheid; opschudding; opzien; sensatie; stampei; tamtam; verwarring
rabalder beroering; drukte; geraas; heibel; heksenketel; lawaai; leven; opschudding; pandemonium; rumoer; tumult deining; ophef; oproer; opstand; opstootje; rel; volksoproer; vuistgevecht
tjafs drukte; kouwe drukte; ophef; rumoer drukte; geklooi; gerommel; gerotzooi; heisa; krakeel
tumult beroering; drukte; gedruis; geraas; heibel; heksenketel; herrie; kabaal; lawaai; leven; opschudding; pandemonium; rumoer; spektakel; tumult deining; luidruchtigheid; ophef; oploop; oproer; opschudding; opstand; opstootje; opzien; rel; sensatie; stampei; tamtam; verwarring; volksoproer; vuistgevecht
uppståndelse drukte; kouwe drukte; ophef; rumoer deining; geharrewar; ophef
väsen drukte; kouwe drukte; ophef; rumoer deining; drukte; gedrang; ophef; oproer; opstand; opstootje; rel; toeloop; toevloed; volksoproer; vuistgevecht

Related Words for "rumoer":

  • rumoeren

Wiktionary Translations for rumoer:


Cross Translation:
FromToVia
rumoer rykte rumeur — Mouvement de suspicion publique contre quelqu’un
rumoer rykte rumeur — Information diffusée dont la véracité est douteuse