Dutch
Detailed Translations for korzelig from Dutch to Swedish
korzelig:
-
korzelig (lichtgeraakt; humeurig; gevoelig; aangebrand)
-
korzelig (nors; chagrijnig; nurks; knorrig)
-
korzelig (snauwend; wrevelig; kortaf)
Translation Matrix for korzelig:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
butter | chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks | brommmerig; grimmig; verbeten |
buttert | chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks | brommmerig |
fräsande | kortaf; korzelig; snauwend; wrevelig | |
knarrigt | chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks | brommmerig; chagrijnig; gemelijk; knorrig; kregelig; kribbig; nurks; stuurs; wrevelig |
lätt sårad | aangebrand; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt | |
lätt sårat | aangebrand; gevoelig; humeurig; korzelig; lichtgeraakt | |
vresig | chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks | bokkig; chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; narrig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd; stuurs; wrevelig |
vresigt | chagrijnig; knorrig; korzelig; nors; nurks | bokkig; brommmerig; chagrijnig; gemelijk; humeurig; knorrig; narrig; nukkig; nurks; sikkeneurig; slecht gehumeurd; stuurs; wrevelig |