Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- aangebracht:
- aanbrengen:
-
Wiktionary:
- aanbrengen → applikation, märka, etikettera, anklaga, tillkännagiva, vittna om, använda, begagna, bruka, lägga, ställa, sätta, medbringa, förvärva, förtjäna, tränga sig in, framtvingas, avleverera, leverera, lämna, återbära, lämna igen, apportera, tillfoga, vidfästa, överflytta, berätta, meddela, skvallra om, hänföra, anvisa, avkasta, inbringa, föredra, hänföra sig, syfta, likna, överensstämma, åberopa sig, hålla sig, rekrytera, värva, tacka ja till
Dutch
Detailed Translations for aangebracht from Dutch to Swedish
aangebracht:
-
aangebracht (geïnstalleerd)
Translation Matrix for aangebracht:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
insatt | aangebracht; geïnstalleerd |
Related Words for "aangebracht":
aangebracht form of aanbrengen:
-
aanbrengen (monteren en aansluiten; installeren; aanleggen; plaatsen)
-
aanbrengen (verraden; uitbrengen; verklikken; verklappen; aangeven; verlinken)
Conjugations for aanbrengen:
o.t.t.
- breng aan
- brengt aan
- brengt aan
- brengen aan
- brengen aan
- brengen aan
o.v.t.
- bracht aan
- bracht aan
- bracht aan
- brachten aan
- brachten aan
- brachten aan
v.t.t.
- heb aangebracht
- hebt aangebracht
- heeft aangebracht
- hebben aangebracht
- hebben aangebracht
- hebben aangebracht
v.v.t.
- had aangebracht
- had aangebracht
- had aangebracht
- hadden aangebracht
- hadden aangebracht
- hadden aangebracht
o.t.t.t.
- zal aanbrengen
- zult aanbrengen
- zal aanbrengen
- zullen aanbrengen
- zullen aanbrengen
- zullen aanbrengen
o.v.t.t.
- zou aanbrengen
- zou aanbrengen
- zou aanbrengen
- zouden aanbrengen
- zouden aanbrengen
- zouden aanbrengen
diversen
- breng aan!
- brengt aan!
- aangebracht
- aanbrengende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
aanbrengen (klikken; overbrengen)
Translation Matrix for aanbrengen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
anmäla | aanbrengen; klikken; overbrengen | |
sätta ihop | bijeenplaatsing | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
ange | aanbrengen; aangeven; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden | een lijst maken; invoeren; klikken; opnemen in een lijst; verklappen; verklikken; verlinken; verraden |
anmäla | aandienen; aanmelden; aanmonsteren; iets aankondigen; inschrijven | |
förråda | aanbrengen; aangeven; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden | |
montera | aanbrengen; aanleggen; installeren; monteren en aansluiten; plaatsen | koppelen |
skvallra på | aanbrengen; aangeven; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden | |
sätta ihop | aanbrengen; aanleggen; installeren; monteren en aansluiten; plaatsen | formeren; samenschikken |
Wiktionary Translations for aanbrengen:
Cross Translation: