Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. apparaten:
  2. apparaat:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for apparaten from Dutch to Swedish

apparaten:

apparaten [de ~] noun, plural

  1. de apparaten (toestellen)

Translation Matrix for apparaten:

NounRelated TranslationsOther Translations
maskiner apparaten; toestellen

Related Words for "apparaten":


apparaat:

apparaat [het ~] noun

  1. het apparaat (toestel)
    apparat; maskin
  2. het apparaat

Translation Matrix for apparaat:

NounRelated TranslationsOther Translations
apparat apparaat; toestel gadget; modeartikel; nieuwtje; snufje
maskin apparaat; toestel machine
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
enhet apparaat eenheid; entiteit; extern inhoudstype; station

Related Words for "apparaat":


Related Definitions for "apparaat":

  1. toestel waarmee je iets kunt doen1
    • met dit apparaat kun je sinaasappels uitpersen1

Wiktionary Translations for apparaat:

apparaat
noun
  1. een min of meer samengesteld werktuig

Cross Translation:
FromToVia
apparaat apparat apparatus — complex machine or instrument
apparaat apparat apparatus — assortment of tools or instruments
apparaat apparat apparatus — bureaucratic organization
apparaat husgeråd; redskap; apparat device — piece of equipment
apparaat apparat appareilobjet conçu par l’homme afin de faciliter un travail.
apparaat instrument; tyg; verktyg instrumentobjet construire permettant d'exécuter une action.