Summary


Dutch

Detailed Translations for bekrompenheid from Dutch to Swedish

bekrompenheid:

bekrompenheid [de ~ (v)] noun

  1. de bekrompenheid (geborneerdheid; kleingeestigheid; kleinzieligheid)

Translation Matrix for bekrompenheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
bigot bekrompenheid; geborneerdheid; kleingeestigheid; kleinzieligheid
trångsynt bekrompenheid; geborneerdheid; kleingeestigheid; kleinzieligheid
ModifierRelated TranslationsOther Translations
trångsynt bekrompen; beperkt van geest; kwezelachtig

Related Words for "bekrompenheid":


bekrompen:


Translation Matrix for bekrompen:

NounRelated TranslationsOther Translations
trångsynt bekrompenheid; geborneerdheid; kleingeestigheid; kleinzieligheid
ModifierRelated TranslationsOther Translations
brackig bekrompen; benepen; kleingeestig; kleinzielig
brackigt bekrompen; benepen; kleingeestig; kleinzielig
kälkborgerligt bekrompen; benepen; kleingeestig; kleinzielig bourgeois; burgerlijk; burgermannetjesachtig; kneuterig
småborgerlig bekrompen; benepen; kleingeestig; kleinzielig
småborgerligt bekrompen; benepen; kleingeestig; kleinzielig
småsint bekrompen; kleinburgerlijk
trångsynt bekrompen; beperkt van geest kwezelachtig

Related Words for "bekrompen":


Synonyms for "bekrompen":


Related Definitions for "bekrompen":

  1. zonder begrip voor anderen1
    • hij mag niks, zijn ouders zijn zo bekrompen!1
  2. nauw, met weinig ruimte1
    • ze wonen daar nogal bekrompen1