Dutch

Detailed Translations for besteld from Dutch to Swedish

bestellen:

bestellen verb (bestel, bestelt, bestelde, bestelden, besteld)

  1. bestellen (orderen)
    beordra
    • beordra verb (beordrar, beordrade, beordrat)
  2. bestellen (thuisbezorgen; brengen; afgeven; )
    hemleverera
    • hemleverera verb (hemlevererar, hemlevererade, hemlevererat)
  3. bestellen (thuisbezorgen; bezorgen; brengen; afleveren; rondbrengen)
    leverera; ge; överlämna; lämna ut; lämna över
    • leverera verb (levererar, levererade, levererat)
    • ge verb (ger, gav, givit)
    • överlämna verb (överlämnar, överlämnade, överlämnat)
    • lämna ut verb (lämnar ut, lämnade ut, lämnat ut)
    • lämna över verb (lämnar över, lämnade över, lämnat över)

Conjugations for bestellen:

o.t.t.
  1. bestel
  2. bestelt
  3. bestelt
  4. bestellen
  5. bestellen
  6. bestellen
o.v.t.
  1. bestelde
  2. bestelde
  3. bestelde
  4. bestelden
  5. bestelden
  6. bestelden
v.t.t.
  1. heb besteld
  2. hebt besteld
  3. heeft besteld
  4. hebben besteld
  5. hebben besteld
  6. hebben besteld
v.v.t.
  1. had besteld
  2. had besteld
  3. had besteld
  4. hadden besteld
  5. hadden besteld
  6. hadden besteld
o.t.t.t.
  1. zal bestellen
  2. zult bestellen
  3. zal bestellen
  4. zullen bestellen
  5. zullen bestellen
  6. zullen bestellen
o.v.t.t.
  1. zou bestellen
  2. zou bestellen
  3. zou bestellen
  4. zouden bestellen
  5. zouden bestellen
  6. zouden bestellen
diversen
  1. bestel!
  2. bestelt!
  3. besteld
  4. bestellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

bestellen [het ~] noun

  1. het bestellen

Translation Matrix for bestellen:

NounRelated TranslationsOther Translations
beställande bestellen
överlämna afdracht; inlevering
VerbRelated TranslationsOther Translations
beordra bestellen; orderen bevelen; commanderen; decreteren; gebieden; gelasten; opdracht geven; opdragen; verordenen
ge afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; rondbrengen; thuisbezorgen aangeven; aanreiken; afgeven; doneren; geven; komen tot; leveren; overgeven; overhandigen; reiken; schenken; toesteken
hemleverera afgeven; afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; overhandigen; thuisbezorgen
leverera afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; rondbrengen; thuisbezorgen aanleveren; afgeven; afleveren; bezorgen; brengen; geven; inleveren; leveren; overhandigen; schenken; toeleveren; verlenen; verstrekken
lämna ut afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; rondbrengen; thuisbezorgen
lämna över afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; rondbrengen; thuisbezorgen geven; schenken; verlenen; verstrekken
överlämna afleveren; bestellen; bezorgen; brengen; rondbrengen; thuisbezorgen aangeven; aanreiken; afgeven; consigneren; geven; in consignatie zenden; overgeven; overhandigen; toesteken

Related Words for "bestellen":


Related Definitions for "bestellen":

  1. opdracht geven om iets te brengen1
    • hij bestelde een kop koffie1

Wiktionary Translations for bestellen:


Cross Translation:
FromToVia
bestellen beställa; lägga en order order — to request some product or service
bestellen befalla; påbjuda commander — Ordonner, enjoindre quelque chose à quelqu’un. (Sens général).
bestellen ansöka; bedja; fråga; spörja; anmoda demander — Indiquer à quelqu’un par des paroles, par un écrit ou tout autre moyen ce qu’on désire obtenir de lui.
bestellen avleverera; leverera fournirpourvoir, approvisionner.
bestellen avleverera; leverera; lämna livrer — Traductions à trier suivant le sens

External Machine Translations: