Dutch
Detailed Translations for besturing from Dutch to Swedish
besturing:
Translation Matrix for besturing:
Noun | Related Translations | Other Translations |
kurs | besturing; gedrag; houding; leiding; plan; rijrichting | cursus; koers; koersnotering; kursus; leergang; les; onderricht; onderrichting; onderwijs; richting; route; studie |
styrning | bediening; besturing | |
värde | besturing; gedrag; houding; leiding; plan; rijrichting | belang; betekenis; waarde; zin |