Summary
Dutch
Detailed Translations for bewerken from Dutch to Swedish
bewerken:
-
bewerken (herschrijven)
-
bewerken (tekst redigeren)
-
bewerken
Conjugations for bewerken:
o.t.t.
- bewerk
- bewerkt
- bewerkt
- bewerken
- bewerken
- bewerken
o.v.t.
- bewerkte
- bewerkte
- bewerkte
- bewerkten
- bewerkten
- bewerkten
v.t.t.
- heb bewerkt
- hebt bewerkt
- heeft bewerkt
- hebben bewerkt
- hebben bewerkt
- hebben bewerkt
v.v.t.
- had bewerkt
- had bewerkt
- had bewerkt
- hadden bewerkt
- hadden bewerkt
- hadden bewerkt
o.t.t.t.
- zal bewerken
- zult bewerken
- zal bewerken
- zullen bewerken
- zullen bewerken
- zullen bewerken
o.v.t.t.
- zou bewerken
- zou bewerken
- zou bewerken
- zouden bewerken
- zouden bewerken
- zouden bewerken
diversen
- bewerk!
- bewerkt!
- bewerkt
- bewerkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for bewerken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
klippa | kei; klif; klip; rif; rock; rolsteen; scheer; steen; steile bodemverheffing; uitstekende rots | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
klippa | bewerken; tekst redigeren | afsnijden; doorponsen; een knippend geluid maken; met effect spelen; ponsen; snijden; stansen |
redigera | bewerken; tekst redigeren | stileren |
skriva om | bewerken; herschrijven |
Wiktionary Translations for bewerken:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bewerken | → redigera; ändra; bearbeta | ↔ edit — to change a text, or a document |
• bewerken | → plöja | ↔ till — to work or cultivate |
• bewerken | → bearbeta | ↔ work — shape, form, or improve a material |
• bewerken | → behandla; traktera | ↔ traiter — Traductions à trier suivant le sens |