Summary
Dutch
Detailed Translations for centrum from Dutch to Swedish
centrum:
-
het centrum (binnenstad; centrale stad)
-
het centrum (middelpunt; midden; kern)
-
het centrum (stadswijk; buurt; wijk; woonwijk; plein; stadskwartier; buitenwijk; sectie; handelswijk; stadsdeel)
Translation Matrix for centrum:
Noun | Related Translations | Other Translations |
centrum | binnenstad; centrale stad; centrum | binnenstad; naaf; stadskern |
kvarter | buitenwijk; buurt; centrum; handelswijk; plein; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; wijk; woonwijk | accommodatie; behuizing; deel van de stad; huisvesting; kwartier; onderdak; onderkomen; tehuis; verblijfplaats |
mitten | centrum; kern; middelpunt; midden | kernpunt |
område | buitenwijk; buurt; centrum; handelswijk; plein; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; wijk; woonwijk | ambtsgebied; bereik; bestuursgebied; cacheregio; district; draagwijdte; emplacement; gebied; gebiedsdeel; gewest; gordel; klimaatgordel; luchtstreek; provincie; range; rayon; rayon van een bedrijf; regio; reikwijdte; ressort; rijksgedeelte; scope; sector; streek; terrein; territorium; verspreidingsgebied; zone |
stadsdel | buitenwijk; buurt; centrum; handelswijk; plein; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; wijk; woonwijk | |
stadskärna | binnenstad; centrale stad; centrum |
Related Words for "centrum":
Synonyms for "centrum":
Related Definitions for "centrum":
Wiktionary Translations for centrum:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• centrum | → mitt; mittpunkt; centrum | ↔ center — point equidistant from all points on the perimeter of a circle |
• centrum | → mitt; mittpunkt; centrum | ↔ center — point equidistant from all points on the surface of a sphere |
• centrum | → mittpunkt; center; centrum | ↔ center — place where a function or activity occurs |
• centrum | → nav; knutpunkt; korsväg | ↔ hub — A point where many routes meet |
• centrum | → mitt | ↔ middle — centre, midpoint |