Noun | Related Translations | Other Translations |
anknytning
|
connectie; link; onderling verband; relatie; samenhang; schakel; verband
|
schakel; schalm
|
band
|
aansluiting; band; connectie; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding
|
band; bandjes; binding; blaaskapel; cassette; cassettebandje; draagband; draagriem; fanfare; fanfarekorps; galon; gebondenheid; geluidsband; harmonie; inktlint; kapel; kapellen; koorden; linten; lintje; magneetband; muziekgezelschappen; muziekkorps; omzoming; snoeren; strook; tres
|
förbindelse
|
aansluiting; band; connectie; contact; liaison; link; onderling verband; relatie; samenhang; schakel; verband; verbinding
|
aaneenkoppeling; aaneensluiting; aaneenvoeging; affaire; alliantie; avontuurtje; band; binding; bond; bondgenootschap; borgtocht; correlatie; gebondenheid; koppeling; liaison; lijnverbinding; ommegang; relatie; samenhang; samenvoeging; slippertje; stuurpen; verband; verbinding; verbond; verhouding
|
förhållande
|
aansluiting; band; connectie; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding
|
affaire; avontuurtje; liaison; relatie; slippertje; verhouding; verwantschap
|
kontakt
|
aansluiting; connectie; contact; verbinding
|
contact; contactpersoon; omschakelaar; voeling
|
länk
|
aansluiting; band; connectie; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding
|
OLE/DDE-koppeling; aansluitstuk; band; binding; gebondenheid; het gebonden zijn; hyperlink; koppeling; link; schakel; schakelketting; schalm
|
relation
|
aansluiting; band; connectie; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding
|
relatie; verwantschap
|
samband
|
aansluiting; band; connectie; liaison; link; onderling verband; relatie; samenhang; schakel; verband; verbinding
|
liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; relatie; verhouding; verkering; verwantschap
|
sammanhang
|
connectie; link; onderling verband; relatie; samenhang; schakel; verband
|
cohesie; context; contexten; omstandigheden; samenhangen; tekstverbanden; verbanden; zinsverband; zinsverbanden
|