Dutch
Detailed Translations for degraderen from Dutch to Swedish
degraderen:
-
degraderen (in rang verlagen; terugzetten; achteruitzetten; terugplaatsen)
Conjugations for degraderen:
o.t.t.
- degradeer
- degradeert
- degradeert
- degraderen
- degraderen
- degraderen
o.v.t.
- degradeerde
- degradeerde
- degradeerde
- degradeerden
- degradeerden
- degradeerden
v.t.t.
- heb gedegradeerd
- hebt gedegradeerd
- heeft gedegradeerd
- hebben gedegradeerd
- hebben gedegradeerd
- hebben gedegradeerd
v.v.t.
- had gedegradeerd
- had gedegradeerd
- had gedegradeerd
- hadden gedegradeerd
- hadden gedegradeerd
- hadden gedegradeerd
o.t.t.t.
- zal degraderen
- zult degraderen
- zal degraderen
- zullen degraderen
- zullen degraderen
- zullen degraderen
o.v.t.t.
- zou degraderen
- zou degraderen
- zou degraderen
- zouden degraderen
- zouden degraderen
- zouden degraderen
en verder
- ben gedegradeerd
- bent gedegradeerd
- is gedegradeerd
- zijn gedegradeerd
- zijn gedegradeerd
- zijn gedegradeerd
diversen
- degradeer!
- degradeert!
- gedegradeerd
- degraderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for degraderen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
degradera | degraderen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
degradera | achteruitzetten; degraderen; in rang verlagen; terugplaatsen; terugzetten |