Dutch
Detailed Translations for eer bewijzen from Dutch to Swedish
eer bewijzen:
-
eer bewijzen
Conjugations for eer bewijzen:
o.t.t.
- bewijs eer
- bewijst eer
- bewijst eer
- bewijzen eer
- bewijzen eer
- bewijzen eer
o.v.t.
- bewees eer
- bewees eer
- bewees eer
- bewezen eer
- bewezen eer
- bewezen eer
v.t.t.
- heb eer bewezen
- hebt eer bewezen
- heeft eer bewezen
- hebben eer bewezen
- hebben eer bewezen
- hebben eer bewezen
v.v.t.
- had eer bewezen
- had eer bewezen
- had eer bewezen
- hadden eer bewezen
- hadden eer bewezen
- hadden eer bewezen
o.t.t.t.
- zal eer bewijzen
- zult eer bewijzen
- zal eer bewijzen
- zullen eer bewijzen
- zullen eer bewijzen
- zullen eer bewijzen
o.v.t.t.
- zou eer bewijzen
- zou eer bewijzen
- zou eer bewijzen
- zouden eer bewijzen
- zouden eer bewijzen
- zouden eer bewijzen
diversen
- bewijs eer!
- bewijst eer!
- eer bewezen
- eer bewijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for eer bewijzen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
ära | buiging; eer; eerbetoon; eerbewijs; eergevoel; ere; prijs; roem; trots | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
hedra | eer bewijzen | in ere houden |
ära | eer bewijzen | eer aandoen; eren; hulde bewijzen; huldigen; in ere houden |