Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- ervaring:
-
Wiktionary:
- ervaring → erfarenhet
- ervaring → upplevelse, kunskap, erfarenhet, försök
Dutch
Detailed Translations for ervaring from Dutch to Swedish
ervaring:
-
de ervaring (routine; praktijk)
-
de ervaring (meemaken van een gebeurtenis)
Translation Matrix for ervaring:
Noun | Related Translations | Other Translations |
erfarenhet | ervaring; praktijk; routine | belevenis; bevinding; ondervinden; ondervinding |
kunskap | ervaring; praktijk; routine | bekende; gnosis; kennis; kunde; kundigheid; weten; wetenschap |
praktik | ervaring; praktijk; routine | opleidingsstage |
rutin | ervaring; praktijk; routine | aanpak; arbeidsmethodiek; methode; sleur; sukkeldraf; werkmethode; werkwijze |
upplevelse | ervaring; meemaken van een gebeurtenis | belevenis; bevinding; ondervinden; ondervinding |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
erfarenhet | bedreven; bekwaam; geoefend; uit ervaring |
Related Words for "ervaring":
Related Definitions for "ervaring":
Wiktionary Translations for ervaring:
ervaring
Cross Translation:
noun
-
een vorm van kennis
- ervaring → erfarenhet
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ervaring | → upplevelse | ↔ experience — event(s) of which one is cognizant |
• ervaring | → kunskap | ↔ science — knowledge gained through study or practice |
• ervaring | → erfarenhet | ↔ Erfahrung — ohne Plural: Kenntnis, die jemand durch wiederholte Praxis in einem bestimmten Gebiet bekommt |
• ervaring | → försök | ↔ expérience — Épreuve instituée pour étudier la façon dont se passent les phénomènes naturels et rechercher les lois qui les régissent, en les reproduisant artificiellement. |