Dutch
Detailed Translations for fermheid from Dutch to Swedish
fermheid:
-
de fermheid (kordaatheid)
-
de fermheid (forsheid; stevigheid; flinkheid)
-
de fermheid (stoerheid)
Translation Matrix for fermheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
beslutsamhet | fermheid; kordaatheid | beslistheid; discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; pertinentie; stelligheid; tucht; vastberadenheid |
fasthet | fermheid; kordaatheid | gewisheid; hechtheid; soliditeit; stabiliteit; stelligheid; stevigheid; vastheid; vastigheid; zekerheid |
hårdhet | fermheid; stoerheid | barsheid; hobbeligheid; oneffenheid; ruigheid; ruwheid; verhardheid; verstoktheid |
styrka | fermheid; flinkheid; forsheid; stevigheid | dynamiek; energie; felheid; fiksheid; gedrongenheid; kracht; krachtdadigheid; krijgsmacht; leger; legermacht; macht; spierkracht; sterkte; strijdmacht; troepenmacht; vermogen; werkgroep |
vigör | fermheid; flinkheid; forsheid; stevigheid |
Related Words for "fermheid":
ferm:
-
ferm (stevig gebouwd; solide; stevig; sterk; robuust; flink; fiks)
-
ferm (doortastend; krachtdadig; drastisch; sterk; krachtig)
-
ferm (kordaat; krachtig; beslist; doortastend; krachtdadig)
-
ferm (krachtig; doortastend; krachtdadig; drastisch)
kraftig; kraftfullt; kraftigt; spänstig; livskraftig; livskraftigt; spänstigt; energiskt-
kraftig adj
-
kraftfullt adj
-
kraftigt adj
-
spänstig adj
-
livskraftig adj
-
livskraftigt adj
-
spänstigt adj
-
energiskt adj
-
-
ferm (fiks; stevig; flink)
-
ferm (fysiek sterk; sterk; krachtig; stevig; flink)
-
ferm (moreel sterk; moedig; flink; dapper)