Dutch
Detailed Translations for gerief from Dutch to Swedish
gerief:
-
het gerief
Translation Matrix for gerief:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bekvämlighet | gerief | comfort; gemak; gemakkelijkheid; gemoedelijkheid; gerieflijkheid; gezelligheid; knusheid; makkelijkheid |
komfort | gerief | comfort; gemak; gemakkelijkheid |
Related Words for "gerief":
gerieven:
-
gerieven
Conjugations for gerieven:
o.t.t.
- gerief
- gerieft
- gerieft
- gerieven
- gerieven
- gerieven
o.v.t.
- geriefde
- geriefde
- geriefde
- geriefden
- geriefden
- geriefden
v.t.t.
- heb geriefd
- hebt geriefd
- heeft geriefd
- hebben geriefd
- hebben geriefd
- hebben geriefd
v.v.t.
- had geriefd
- had geriefd
- had geriefd
- hadden geriefd
- hadden geriefd
- hadden geriefd
o.t.t.t.
- zal gerieven
- zult gerieven
- zal gerieven
- zullen gerieven
- zullen gerieven
- zullen gerieven
o.v.t.t.
- zou gerieven
- zou gerieven
- zou gerieven
- zouden gerieven
- zouden gerieven
- zouden gerieven
diversen
- gerief!
- gerieft!
- geriefd
- gerievend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for gerieven:
Verb | Related Translations | Other Translations |
förse | gerieven | geven; schenken; verlenen; verschaffen; verstrekken |
hjälpa till | gerieven | bijdragen; meehelpen |
tillgodose | gerieven | |
utrusta | gerieven | bedelen; begiftigen; beschenken; outilleren; toerusten; uitrusten; zich uitrusten |