Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. geweld:
  2. wellen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for geweld from Dutch to Swedish

geweld:

geweld [het ~] noun

  1. het geweld
  2. het geweld

Translation Matrix for geweld:

NounRelated TranslationsOther Translations
våldsamhet geweld driftigheid; felheid; gedrevenheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
våld Geweld
OtherRelated TranslationsOther Translations
våld geweld

Related Definitions for "geweld":

  1. herrie of lawaai1
    • met donderend geweld stortte het gebouw in1
  2. ruwe kracht of dwang1
    • met geweld heeft de politie hem meegenomen1

Wiktionary Translations for geweld:

geweld
noun
  1. elke kracht van meer dan geringe betekenis uitgeoefend op personen, goederen of zaken

Cross Translation:
FromToVia
geweld våld Gewaltohne Plural: erhebliche oder übermäßige Kraft, dies bei gezieltem Tun gegen Widerstände, oft ohne Legitimation
geweld våld violence — extreme force
geweld våld violence — action intended to cause destruction, pain or suffering
geweld våldsverkan violence — widespread fighting

geweld form of wellen:

wellen verb (wel, welt, welde, welden, geweld)

  1. wellen (borrelen)
    bubbla; sprudla
    • bubbla verb (bubblar, bubblade, bubblat)
    • sprudla verb (sprudlar, sprudlade, sprudlat)

Conjugations for wellen:

o.t.t.
  1. wel
  2. welt
  3. welt
  4. wellen
  5. wellen
  6. wellen
o.v.t.
  1. welde
  2. welde
  3. welde
  4. welden
  5. welden
  6. welden
v.t.t.
  1. ben geweld
  2. bent geweld
  3. is geweld
  4. zijn geweld
  5. zijn geweld
  6. zijn geweld
v.v.t.
  1. was geweld
  2. was geweld
  3. was geweld
  4. waren geweld
  5. waren geweld
  6. waren geweld
o.t.t.t.
  1. zal wellen
  2. zult wellen
  3. zal wellen
  4. zullen wellen
  5. zullen wellen
  6. zullen wellen
o.v.t.t.
  1. zou wellen
  2. zou wellen
  3. zou wellen
  4. zouden wellen
  5. zouden wellen
  6. zouden wellen
diversen
  1. wel!
  2. welt!
  3. geweld
  4. wellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for wellen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
bubbla borrelen; wellen mousseren; opbruisen; sprankelen; tintelen
sprudla borrelen; wellen fonkelen; glimmen; glinsteren
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
bubbla ballon

Related Words for "wellen":


Wiktionary Translations for wellen:


Cross Translation:
FromToVia
wellen svetsa weld — to join materials (especially metals) by applying heat

Related Translations for geweld