Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. gulpen:


Dutch

Detailed Translations for gulpten from Dutch to Swedish

gulpten form of gulpen:

gulpen verb (gulp, gulpt, gulpte, gulpten, gegulpt)

  1. gulpen (in stromen neerstorten; gutsen)
    flyta; ösregna; ösa ner; strömma ner
    • flyta verb (flytar, flytade, flytat)
    • ösregna verb (ösregnar, ösregnade, ösregnat)
    • ösa ner verb (öser ner, öste ner, öst ner)
    • strömma ner verb (strömmar ner, strömmade ner, strömmat ner)

Conjugations for gulpen:

o.t.t.
  1. gulp
  2. gulpt
  3. gulpt
  4. gulpen
  5. gulpen
  6. gulpen
o.v.t.
  1. gulpte
  2. gulpte
  3. gulpte
  4. gulpten
  5. gulpten
  6. gulpten
v.t.t.
  1. ben gegulpt
  2. bent gegulpt
  3. is gegulpt
  4. zijn gegulpt
  5. zijn gegulpt
  6. zijn gegulpt
v.v.t.
  1. was gegulpt
  2. was gegulpt
  3. was gegulpt
  4. waren gegulpt
  5. waren gegulpt
  6. waren gegulpt
o.t.t.t.
  1. zal gulpen
  2. zult gulpen
  3. zal gulpen
  4. zullen gulpen
  5. zullen gulpen
  6. zullen gulpen
o.v.t.t.
  1. zou gulpen
  2. zou gulpen
  3. zou gulpen
  4. zouden gulpen
  5. zouden gulpen
  6. zouden gulpen
diversen
  1. gulp!
  2. gulpt!
  3. gegulpt
  4. gulpend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for gulpen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
flyta gulpen; gutsen; in stromen neerstorten dobberen
strömma ner gulpen; gutsen; in stromen neerstorten
ösa ner gulpen; gutsen; in stromen neerstorten
ösregna gulpen; gutsen; in stromen neerstorten gieten; plenzen; stortregenen

Related Words for "gulpen":