Dutch

Detailed Translations for haveloosheid from Dutch to Swedish

haveloosheid:

haveloosheid [de ~ (v)] noun

  1. de haveloosheid (sjofelheid)
    desperation; hjälplöshet; armod; torftighet

Translation Matrix for haveloosheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
armod haveloosheid; sjofelheid armoedigheid; misdeeldheid; noodlijdendheid
desperation haveloosheid; sjofelheid ontreddering
hjälplöshet haveloosheid; sjofelheid hulpeloosheid
torftighet haveloosheid; sjofelheid armoedigheid

Related Words for "haveloosheid":


haveloos:


Translation Matrix for haveloos:

NounRelated TranslationsOther Translations
rörigt geknoei; gemors
ModifierRelated TranslationsOther Translations
i trasor armoedig; flodderig; haveloos; pover; schamel; sjofel; sjofeltjes; verlopen
oredigt haveloos; morsig; ranzig; slodderig; slonzig; viezig; voddig; vunzig door elkaar heen; ongeregeld; onordelijk; ordeloos; rommelig; slordig; wanordelijk
ovårdat armoedig; flodderig; haveloos; pover; schamel; sjofel; sjofeltjes; verlopen onordelijk; ordeloos; wanordelijk
raggigt armoedig; flodderig; haveloos; pover; schamel; sjofel; sjofeltjes; verlopen ruigharig; ruwharig
ruggig armoedig; flodderig; haveloos; pover; schamel; sjofel; sjofeltjes; verlopen ruigharig; ruwharig
ruggigt armoedig; flodderig; haveloos; pover; schamel; sjofel; sjofeltjes; verlopen ruigharig; ruwharig
rörig haveloos; morsig; ranzig; slodderig; slonzig; viezig; voddig; vunzig
rörigt haveloos; morsig; ranzig; slodderig; slonzig; viezig; voddig; vunzig
strulig haveloos; morsig; ranzig; slodderig; slonzig; viezig; voddig; vunzig
struligt haveloos; morsig; ranzig; slodderig; slonzig; viezig; voddig; vunzig

Related Words for "haveloos":