Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. ingevoerd:
  2. invoeren:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ingevoerd from Dutch to Swedish

ingevoerd:

ingevoerd adj

  1. ingevoerd (ingetoetst)
  2. ingevoerd (geïmporteerd)

Translation Matrix for ingevoerd:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
importerad geïmporteerd; ingevoerd
importeratd geïmporteerd; ingevoerd
införd ingetoetst; ingevoerd
infört ingetoetst; ingevoerd

ingevoerd form of invoeren:

invoeren verb (voer in, voert in, voerde in, voerden in, ingevoerd)

  1. invoeren (stichten; oprichten; instellen)
    grunda; etablera
    • grunda verb (grundar, grundade, grundat)
    • etablera verb (etablerar, etablerade, etablerat)
  2. invoeren (importeren)
    importera; införa
    • importera verb (importerar, importerade, importerat)
    • införa verb (inför, införde, infört)
  3. invoeren
    ange
    • ange verb (anger, angav, angivit)

Conjugations for invoeren:

o.t.t.
  1. voer in
  2. voert in
  3. voert in
  4. voeren in
  5. voeren in
  6. voeren in
o.v.t.
  1. voerde in
  2. voerde in
  3. voerde in
  4. voerden in
  5. voerden in
  6. voerden in
v.t.t.
  1. heb ingevoerd
  2. hebt ingevoerd
  3. heeft ingevoerd
  4. hebben ingevoerd
  5. hebben ingevoerd
  6. hebben ingevoerd
v.v.t.
  1. had ingevoerd
  2. had ingevoerd
  3. had ingevoerd
  4. hadden ingevoerd
  5. hadden ingevoerd
  6. hadden ingevoerd
o.t.t.t.
  1. zal invoeren
  2. zult invoeren
  3. zal invoeren
  4. zullen invoeren
  5. zullen invoeren
  6. zullen invoeren
o.v.t.t.
  1. zou invoeren
  2. zou invoeren
  3. zou invoeren
  4. zouden invoeren
  5. zouden invoeren
  6. zouden invoeren
en verder
  1. ben ingevoerd
  2. bent ingevoerd
  3. is ingevoerd
  4. zijn ingevoerd
  5. zijn ingevoerd
  6. zijn ingevoerd
diversen
  1. voer in!
  2. voert in!
  3. ingevoerd
  4. invoerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for invoeren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
ange invoeren aanbrengen; aangeven; een lijst maken; klikken; opnemen in een lijst; uitbrengen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden
etablera instellen; invoeren; oprichten; stichten funderen; gronden; grondvesten
grunda instellen; invoeren; oprichten; stichten gronden; grondverven; plamuren
importera importeren; invoeren importeren
införa importeren; invoeren binnen brengen; binnenleiden; inbrengen; inspreken; invoegen; opnemen

Wiktionary Translations for invoeren:


Cross Translation:
FromToVia
invoeren mata in feed — to give to a machine for processing
invoeren importera; föra in import — to bring in from a foreign country
invoeren importera importieren — Waren aus dem Ausland in das eigene Land einführen
invoeren anmäla; annonsera; bebåda; introducera; meddela introduire — Faire entrer une chose dans une autre.