Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. injagen:


Dutch

Detailed Translations for injagen from Dutch to Swedish

injagen:

injagen verb (jaag in, jaagt in, joeg in, joegen in, ingejaagd)

  1. injagen
    åka in till
    • åka in till verb (åker in till, åkte in till, åkt in till)

Conjugations for injagen:

o.t.t.
  1. jaag in
  2. jaagt in
  3. jaagt in
  4. jagen in
  5. jagen in
  6. jagen in
o.v.t.
  1. joeg in
  2. joeg in
  3. joeg in
  4. joegen in
  5. joegen in
  6. joegen in
v.t.t.
  1. heb ingejaagd
  2. hebt ingejaagd
  3. heeft ingejaagd
  4. hebben ingejaagd
  5. hebben ingejaagd
  6. hebben ingejaagd
v.v.t.
  1. had ingejaagd
  2. had ingejaagd
  3. had ingejaagd
  4. hadden ingejaagd
  5. hadden ingejaagd
  6. hadden ingejaagd
o.t.t.t.
  1. zal injagen
  2. zult injagen
  3. zal injagen
  4. zullen injagen
  5. zullen injagen
  6. zullen injagen
o.v.t.t.
  1. zou injagen
  2. zou injagen
  3. zou injagen
  4. zouden injagen
  5. zouden injagen
  6. zouden injagen
en verder
  1. ben ingejaagd
  2. bent ingejaagd
  3. is ingejaagd
  4. zijn ingejaagd
  5. zijn ingejaagd
  6. zijn ingejaagd
diversen
  1. jaag in!
  2. jaagt in!
  3. ingejaagd
  4. injagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for injagen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
åka in till injagen