Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. inleven:


Dutch

Detailed Translations for inleef from Dutch to Swedish

inleven:

inleven verb (leef in, leeft in, leefde in, leefden in, ingeleefd)

  1. inleven (invoelen; voelen; meeleven)
    sympatisera; hysa sympati för
    • sympatisera verb (sympatiserar, sympatiserade, sympatiserat)
    • hysa sympati för verb (hyser sympati för, hyste sympati för, hyst sympati för)

Conjugations for inleven:

o.t.t.
  1. leef in
  2. leeft in
  3. leeft in
  4. leven in
  5. leven in
  6. leven in
o.v.t.
  1. leefde in
  2. leefde in
  3. leefde in
  4. leefden in
  5. leefden in
  6. leefden in
v.t.t.
  1. heb ingeleefd
  2. hebt ingeleefd
  3. heeft ingeleefd
  4. hebben ingeleefd
  5. hebben ingeleefd
  6. hebben ingeleefd
v.v.t.
  1. had ingeleefd
  2. had ingeleefd
  3. had ingeleefd
  4. hadden ingeleefd
  5. hadden ingeleefd
  6. hadden ingeleefd
o.t.t.t.
  1. zal inleven
  2. zult inleven
  3. zal inleven
  4. zullen inleven
  5. zullen inleven
  6. zullen inleven
o.v.t.t.
  1. zou inleven
  2. zou inleven
  3. zou inleven
  4. zouden inleven
  5. zouden inleven
  6. zouden inleven
diversen
  1. leef in!
  2. leeft in!
  3. ingeleefd
  4. inlevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for inleven:

VerbRelated TranslationsOther Translations
hysa sympati för inleven; invoelen; meeleven; voelen
sympatisera inleven; invoelen; meeleven; voelen ideologie delen; medeleven; meeleven; sympathiseren