Dutch
Detailed Translations for inprenten from Dutch to Swedish
inprenten:
-
inprenten (op het hart drukken)
Conjugations for inprenten:
o.t.t.
- prent in
- prent in
- prent in
- prenten in
- prenten in
- prenten in
o.v.t.
- prentte in
- prentte in
- prentte in
- prentten in
- prentten in
- prentten in
v.t.t.
- heb ingeprent
- hebt ingeprent
- heeft ingeprent
- hebben ingeprent
- hebben ingeprent
- hebben ingeprent
v.v.t.
- had ingeprent
- had ingeprent
- had ingeprent
- hadden ingeprent
- hadden ingeprent
- hadden ingeprent
o.t.t.t.
- zal inprenten
- zult inprenten
- zal inprenten
- zullen inprenten
- zullen inprenten
- zullen inprenten
o.v.t.t.
- zou inprenten
- zou inprenten
- zou inprenten
- zouden inprenten
- zouden inprenten
- zouden inprenten
en verder
- is ingeprent
diversen
- prent in!
- prent in!
- ingeprent
- inprentend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for inprenten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
trycka på | forceren; opdringen | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
inprägla | inprenten; op het hart drukken | |
intrycka | inprenten; op het hart drukken | |
trycka på | inprenten; op het hart drukken | beklemtonen; benadrukken; betonen; drukken op; jachten; jakkeren; overdrukken; reppen; spoeden |