Dutch
Detailed Translations for kleiner maken from Dutch to Swedish
kleiner maken:
-
kleiner maken (verkleinen; minimaliseren)
-
kleiner maken (reduceren; inkrimping)
Translation Matrix for kleiner maken:
Noun | Related Translations | Other Translations |
minskning | inkrimping; kleiner maken; reduceren | achteruitgang; afname; afname voorraad; daling; reductie; teruggang; terugloop; verkleining; vermindering; verval |
reduktion | inkrimping; kleiner maken; reduceren | inkorting; inname; reductie; verkleining |
Verb | Related Translations | Other Translations |
göra mindre | kleiner maken; minimaliseren; verkleinen | afnemen; beperken; inkrimpen; inperken; krimpen; minder maken; minder worden; minderen; minimaliseren; reduceren; slinken; verkorten; verlagen; verminderen |
minska | kleiner maken; minimaliseren; verkleinen | achteruitgaan; afkorten; afnemen; afnemend; dalen; declineren; denigreren; inkrimpen; kleineren; krimpen; lager maken; lenigen; minder worden; minderen; slinken; slinkend; tanen; tanend; terugdraaien; teruggaan; terugschroeven; verkleinen; verlagen; verlichten; verminderen; vervallen; verzachten |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
minska | afname voorraad; vermindering |