Summary
Dutch to Swedish: more detail...
- kloppend:
- kloppen:
-
Wiktionary:
- kloppen → slå, knackning, knacka, gå i hop, gå ihop, vara begriplig, låta vettig, kännas vettig, vara vettig, bulta, dunka, klappa, banka, drabba
Dutch
Detailed Translations for kloppend from Dutch to Swedish
kloppend:
Translation Matrix for kloppend:
Noun | Related Translations | Other Translations |
riktighet | correctheid; gelijk; nauwlettendheid | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
riktighet | juist; kloppend; precies; uitgerekend; waar |
kloppen:
-
kloppen (congruent zijn; overeenstemmen)
-
kloppen (aantikken; tikken; aankloppen)
-
kloppen (correct zijn)
-
kloppen (juist zijn; overeenstemmen)
-
kloppen (lillen; trillen)
Conjugations for kloppen:
o.t.t.
- klop
- klopt
- klopt
- kloppen
- kloppen
- kloppen
o.v.t.
- klopte
- klopte
- klopte
- klopten
- klopten
- klopten
v.t.t.
- heb geklopt
- hebt geklopt
- heeft geklopt
- hebben geklopt
- hebben geklopt
- hebben geklopt
v.v.t.
- had geklopt
- had geklopt
- had geklopt
- hadden geklopt
- hadden geklopt
- hadden geklopt
o.t.t.t.
- zal kloppen
- zult kloppen
- zal kloppen
- zullen kloppen
- zullen kloppen
- zullen kloppen
o.v.t.t.
- zou kloppen
- zou kloppen
- zou kloppen
- zouden kloppen
- zouden kloppen
- zouden kloppen
en verder
- ben geklopt
- bent geklopt
- is geklopt
- zijn geklopt
- zijn geklopt
- zijn geklopt
diversen
- klop!
- klopt!
- geklopt
- kloppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for kloppen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
knackande | kloppen | aantikken |
stämma | stem | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
bulta | kloppen; lillen; trillen | beuken; fijnwrijven; hameren; hengsten; kloppen met een hamer; rammen; stompen |
knacka | aankloppen; aantikken; kloppen; tikken | tikken; tikken op |
komma överens | correct zijn; kloppen | overweg kunnen; ruzie bijleggen; schikken |
motsvara | congruent zijn; kloppen; overeenstemmen | opwegen |
stämma | correct zijn; kloppen | dagvaarden |
vara korrekt | correct zijn; kloppen | |
vara riktigt | correct zijn; kloppen | |
vara säker | juist zijn; kloppen; overeenstemmen | |
överensstämma | congruent zijn; kloppen; overeenstemmen | overeenkomst vertonen |
- | winnen | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
motsvara | daaraan beantwoordend | |
vara säker | waarachtig |
Related Words for "kloppen":
Synonyms for "kloppen":
Antonyms for "kloppen":
Related Definitions for "kloppen":
Wiktionary Translations for kloppen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kloppen | → slå | ↔ beat — to hit, to knock, to pound, to strike |
• kloppen | → slå | ↔ beat — to strike or pound repeatedly |
• kloppen | → knackning | ↔ knock — abrupt rapping sound |
• kloppen | → knacka | ↔ knock — to rap one's knuckles against something |
• kloppen | → gå i hop; gå ihop; vara begriplig; låta vettig; kännas vettig; vara vettig | ↔ make sense — be coherent |
• kloppen | → bulta; dunka | ↔ throb — To pound or beat rapidly or violently |
• kloppen | → bulta; knacka; klappa | ↔ klopfen — Periodische Bewegung, die ein rhythmisches Geräusch entfaltet. |
• kloppen | → vara begriplig; gå ihop | ↔ avoir du sens — être cohérent |
• kloppen | → banka; drabba; slå | ↔ battre — frapper de coups répétés. |
• kloppen | → knacka; banka; drabba; slå | ↔ heurter — entrer brusquement en contact. |