Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. krampen:
  2. kramp:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for krampen from Dutch to Swedish

krampen:

krampen [de ~] noun, plural

  1. de krampen (spiersamentrekkingen)
    kramp
  2. de krampen

Translation Matrix for krampen:

NounRelated TranslationsOther Translations
kramp krampen; spiersamentrekkingen convulsie; kramp; samentrekking; stuip; stuiptrekking
kramper krampen

Related Words for "krampen":


kramp:

kramp [de ~] noun

  1. de kramp (stuiptrekking; convulsie; samentrekking; stuip)
    kramp; skakning
  2. de kramp (spiersamentrekking)

Translation Matrix for kramp:

NounRelated TranslationsOther Translations
kramp convulsie; kramp; samentrekking; stuip; stuiptrekking krampen; spiersamentrekkingen
muskel sammandragning kramp; spiersamentrekking
skakning convulsie; kramp; samentrekking; stuip; stuiptrekking geschok; geschud; hort; huivering; rilling; schok; schokkende beweging; schouderophalen; siddering; stoot; tremor; trilling
ModifierRelated TranslationsOther Translations
skakning stuiptrekkend

Related Words for "kramp":


Wiktionary Translations for kramp:

kramp
noun
  1. een toestand van onwillekeurige en aanhoudende samentrekking van een spier

Cross Translation:
FromToVia
kramp kramp cramp — painful contraction of a muscle
kramp kramp spasm — contraction of a muscle
kramp spasm parenthèse — incise dans la phrase