Dutch
Detailed Translations for ladderend from Dutch to Swedish
ladderend form of ladderen:
-
ladderen
Conjugations for ladderen:
o.t.t.
- ladder
- laddert
- laddert
- ladderen
- ladderen
- ladderen
o.v.t.
- ladderde
- ladderde
- ladderde
- ladderden
- ladderden
- ladderden
v.t.t.
- ben geladderd
- bent geladderd
- is geladderd
- zijn geladderd
- zijn geladderd
- zijn geladderd
v.v.t.
- was geladderd
- was geladderd
- was geladderd
- waren geladderd
- waren geladderd
- waren geladderd
o.t.t.t.
- zal ladderen
- zult ladderen
- zal ladderen
- zullen ladderen
- zullen ladderen
- zullen ladderen
o.v.t.t.
- zou ladderen
- zou ladderen
- zou ladderen
- zouden ladderen
- zouden ladderen
- zouden ladderen
diversen
- ladder!
- laddert!
- geladderd
- ladderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for ladderen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
löpa | ladderen | hardlopen; rennen |
Related Words for "ladderen":
External Machine Translations: