Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. lijken:
  2. lek:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for leken from Dutch to Swedish

leken form of lijken:

lijken verb (lijk, lijkt, leek, leken, geleken)

  1. lijken (schijnen; eruit zien; toeschijnen)
    tyckas; verka; se ut att
    • tyckas verb (tycker, tyckte, tyckt)
    • verka verb (verkar, verkade, verkat)
    • se ut att verb (ser ut att, såg ut att, sett ut att)

Conjugations for lijken:

o.t.t.
  1. lijk
  2. lijkt
  3. lijkt
  4. lijken
  5. lijken
  6. lijken
o.v.t.
  1. leek
  2. leek
  3. leek
  4. leken
  5. leken
  6. leken
v.t.t.
  1. heb geleken
  2. hebt geleken
  3. heeft geleken
  4. hebben geleken
  5. hebben geleken
  6. hebben geleken
v.v.t.
  1. had geleken
  2. had geleken
  3. had geleken
  4. hadden geleken
  5. hadden geleken
  6. hadden geleken
o.t.t.t.
  1. zal lijken
  2. zult lijken
  3. zal lijken
  4. zullen lijken
  5. zullen lijken
  6. zullen lijken
o.v.t.t.
  1. zou lijken
  2. zou lijken
  3. zou lijken
  4. zouden lijken
  5. zouden lijken
  6. zouden lijken
diversen
  1. lijk!
  2. lijkt!
  3. geleken
  4. lijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

lijken [de ~] noun, plural

  1. de lijken

Translation Matrix for lijken:

NounRelated TranslationsOther Translations
döda kroppar lijken
VerbRelated TranslationsOther Translations
se ut att eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen
tyckas eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen de schijn van iets hebben; schijnen
verka eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen opkomen bij
- schijnen

Related Words for "lijken":


Synonyms for "lijken":


Antonyms for "lijken":


Related Definitions for "lijken":

  1. er overeenkomst mee vertonen1
    • Jaap lijkt sprekend op zijn vader1
  2. het ziet er zo uit, maar hoeft niet zo te zijn1
    • hij lijkt wel gek1

Wiktionary Translations for lijken:


Cross Translation:
FromToVia
lijken synas; verka; se ut look — to appear, to seem
lijken likna resemble — to be like or similar to something else
lijken förefalla; verka; tyckas; synas seem — to appear
lijken likna ressembler — Avoir du rapport, de la conformité avec quelqu’un, avec quelque chose. (Sens général).
lijken synas; tyckas sembler — avoir l’air, l’apparence

leken form of lek:

lek [de ~ (m)] noun

  1. de lek (lekken)
    hål; läcka; läckage
  2. de lek (lekkage)
    läckage; läcka
  3. de lek (waterlek; gat; gaatje)
    hål; lekkage

lek adj

  1. lek (ondicht)

Translation Matrix for lek:

NounRelated TranslationsOther Translations
hål gaatje; gat; lek; lekken; waterlek barst; compartiment; coupé; gat; groef; groeve; inkeping; kloof; kuil; mijn; mijngroeve; opening; reet; scheur; split; tanding; uitholling; uitsparing
lekkage gaatje; gat; lek; waterlek
läcka lek; lekkage; lekken
läckage lek; lekkage; lekken
VerbRelated TranslationsOther Translations
läcka afdruipen; afdruppelen; doorlekken; lek zijn; lekken; uitdruipen; uitdruppelen; uitlekken
ModifierRelated TranslationsOther Translations
punkterad lek; ondicht
punkterat lek; ondicht

Related Words for "lek":


Wiktionary Translations for lek:

lek
adjective
  1. vloeistof of gas doorlatend

Cross Translation:
FromToVia
lek läcka leak — hole which admits water or other fluid, or lets it escape
lek läcka leak — entrance or escape of a fluid

External Machine Translations: