Dutch
Detailed Translations for namen afroepen from Dutch to Swedish
namen afroepen:
Translation Matrix for namen afroepen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
förkunna | afroepen; namen afroepen; omroepen | aankondigen; afkondigen; annonceren; beginnen; bekendmaken; iets aankondigen; inluiden; proclameren; starten |
ropa ut | afroepen; namen afroepen; omroepen | colporteren; uitventen |
tillkännage namn | afroepen; namen afroepen; omroepen |