Summary


Dutch

Detailed Translations for nuttigheid from Dutch to Swedish

nuttigheid:

nuttigheid [de ~ (v)] noun

  1. de nuttigheid (nut)
    nyttighet; nytta; användbarhet; gagn

Translation Matrix for nuttigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
användbarhet nut; nuttigheid bruikbaarheid; nut; relevantie; utiliteit; waarde
gagn nut; nuttigheid
nytta nut; nuttigheid nut; utiliteit; waarde
nyttighet nut; nuttigheid

Related Words for "nuttigheid":


nuttigheid form of nuttig:


Translation Matrix for nuttig:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
användbar bruikbaar; nuttig; praktisch; voordelig geniaal; toepasbaar; vernuftig
användbart bruikbaar; handig; inzetbaar; nuttig; praktisch; voordelig; werkbaar bruikbare; geniaal; toepasbaar; vernuftig
brukbar bruikbaar; handig; inzetbaar; nuttig; werkbaar bruikbare
brukbart bruikbaar; handig; inzetbaar; nuttig; werkbaar bruikbare
praktisk gemakkelijk; nuttig; practisch gelegen; van pas
praktiskt gemakkelijk; nuttig; practisch gelegen; van pas

Related Words for "nuttig":

  • nuttigheid, nuttiger, nuttigere, nuttigst, nuttigste, nuttige

Related Definitions for "nuttig":

  1. wat voordeel met zich meebrengt, bruikbaar1
    • dit is een nuttig apparaat1

Wiktionary Translations for nuttig:

nuttig
adjective
  1. van nut zijnde

Cross Translation:
FromToVia
nuttig snygg; flott; behändig; duktig; händig; skicklig; praktisk; tjusig nifty — good, useful
nuttig nyttig; användbar useful — having a practical or beneficial use
nuttig nyttig; gagnelig utile — Qui est profitable, avantageux, qui servir à quelque chose.