Dutch
Detailed Translations for ontrieven from Dutch to Swedish
ontrieven:
-
ontrieven
Conjugations for ontrieven:
o.t.t.
- ontrief
- ontrieft
- ontrieft
- ontrieven
- ontrieven
- ontrieven
o.v.t.
- ontriefde
- ontriefde
- ontriefde
- ontriefden
- ontriefden
- ontriefden
v.t.t.
- heb ontriefd
- hebt ontriefd
- heeft ontriefd
- hebben ontriefd
- hebben ontriefd
- hebben ontriefd
v.v.t.
- had ontriefd
- had ontriefd
- had ontriefd
- hadden ontriefd
- hadden ontriefd
- hadden ontriefd
o.t.t.t.
- zal ontrieven
- zult ontrieven
- zal ontrieven
- zullen ontrieven
- zullen ontrieven
- zullen ontrieven
o.v.t.t.
- zou ontrieven
- zou ontrieven
- zou ontrieven
- zouden ontrieven
- zouden ontrieven
- zouden ontrieven
en verder
- ben ontriefd
- bent ontriefd
- is oontriefd
- zijn ontriefd
- zijn ontriefd
- zijn ontriefd
diversen
- ontrief!
- ontrieft!
- ontriefd
- ontrievend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for ontrieven:
Verb | Related Translations | Other Translations |
besvära | ontrieven | koeioneren; kwellen; molesteren; narren; pesten; plagen; sarren; tarten; tergen; treiteren; verlegen maken |
förorsaka omak | ontrieven | |
störa | ontrieven | ergeren; irriteren; op de zenuwen werken; tobben; verstoren; vertoornen; vervelen |