Dutch
Detailed Translations for opduikelen from Dutch to Swedish
opduikelen:
-
opduikelen (opsnorren; opscharrelen)
Conjugations for opduikelen:
o.t.t.
- duikel op
- duikelt op
- duikelt op
- duikelen op
- duikelen op
- duikelen op
o.v.t.
- duikelde op
- duikelde op
- duikelde op
- duikelden op
- duikelden op
- duikelden op
v.t.t.
- heb opgeduikeld
- hebt opgeduikeld
- heeft opgeduikeld
- hebben opgeduikeld
- hebben opgeduikeld
- hebben opgeduikeld
v.v.t.
- had opgeduikeld
- had opgeduikeld
- had opgeduikeld
- hadden opgeduikeld
- hadden opgeduikeld
- hadden opgeduikeld
o.t.t.t.
- zal opduikelen
- zult opduikelen
- zal opduikelen
- zullen opduikelen
- zullen opduikelen
- zullen opduikelen
o.v.t.t.
- zou opduikelen
- zou opduikelen
- zou opduikelen
- zouden opduikelen
- zouden opduikelen
- zouden opduikelen
en verder
- is opgeduikeld
- zijn opgeduikeld
diversen
- duikel op!
- duikelt op!
- opgeduikeld
- opduikelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for opduikelen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
gräva upp | opduikelen; opscharrelen; opsnorren | afgraven; graven; opdelven; opgraven; rooien; scheppen; uitgraven |
ta reda på | opduikelen; opscharrelen; opsnorren |
Wiktionary Translations for opduikelen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• opduikelen | → minnas | ↔ retrieve — to remember or recall something |
• opduikelen | → slopa; besegra; avliva; avrätta; dräpa; förnedra; förödmjuka | ↔ abattre — Traductions à trier suivant le sens |