Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. opvrolijkend:
  2. opvrolijken:
  3. Wiktionary:
    • opvrolijken → roa


Dutch

Detailed Translations for opvrolijkend from Dutch to Swedish

opvrolijkend:

opvrolijkend adj

  1. opvrolijkend (opbeurend)

Translation Matrix for opvrolijkend:

NounRelated TranslationsOther Translations
uppmuntrande opmonteringen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
uppmuntrande opbeurend; opvrolijkend aanmoedigend; bemoedigend; hartsterkend; hartversterkend; komaan; opwekkend

opvrolijkend form of opvrolijken:

opvrolijken verb (vrolijk op, vrolijkt op, vrolijkte op, vrolijkten op, opgevrolijkt)

  1. opvrolijken
    lysa upp
    • lysa upp verb (lyser upp, lyste upp, lyst upp)

Conjugations for opvrolijken:

o.t.t.
  1. vrolijk op
  2. vrolijkt op
  3. vrolijkt op
  4. vrolijken op
  5. vrolijken op
  6. vrolijken op
o.v.t.
  1. vrolijkte op
  2. vrolijkte op
  3. vrolijkte op
  4. vrolijkten op
  5. vrolijkten op
  6. vrolijkten op
v.t.t.
  1. heb opgevrolijkt
  2. hebt opgevrolijkt
  3. heeft opgevrolijkt
  4. hebben opgevrolijkt
  5. hebben opgevrolijkt
  6. hebben opgevrolijkt
v.v.t.
  1. had opgevrolijkt
  2. had opgevrolijkt
  3. had opgevrolijkt
  4. hadden opgevrolijkt
  5. hadden opgevrolijkt
  6. hadden opgevrolijkt
o.t.t.t.
  1. zal opvrolijken
  2. zult opvrolijken
  3. zal opvrolijken
  4. zullen opvrolijken
  5. zullen opvrolijken
  6. zullen opvrolijken
o.v.t.t.
  1. zou opvrolijken
  2. zou opvrolijken
  3. zou opvrolijken
  4. zouden opvrolijken
  5. zouden opvrolijken
  6. zouden opvrolijken
en verder
  1. ben opgevrolijkt
  2. bent opgevrolijkt
  3. is opgevrolijkt
  4. zijn opgevrolijkt
  5. zijn opgevrolijkt
  6. zijn opgevrolijkt
diversen
  1. vrolijk op!
  2. vrolijkt op!
  3. opgevrolijkt
  4. opvrolijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for opvrolijken:

NounRelated TranslationsOther Translations
lysa upp lichter worden; oplichten
VerbRelated TranslationsOther Translations
lysa upp opvrolijken aan het licht komen; aansteken; aanstrijken; beschijnen; doen ontvlammen; verlichten; verschijnen; voor de dag komen; voordoen

Wiktionary Translations for opvrolijken:


Cross Translation:
FromToVia
opvrolijken roa amuserdivertir par des choses agréables.