Dutch
Detailed Translations for paspoort from Dutch to Swedish
paspoort:
-
het paspoort (identiteitsbewijs; pas)
Translation Matrix for paspoort:
Noun | Related Translations | Other Translations |
pass | identiteitsbewijs; pas; paspoort | entreebiljet; kaart; kaartje; pasje; pasjes; plaatsbewijs; reispas; ticket; toegangsbewijs |
Related Words for "paspoort":
Wiktionary Translations for paspoort:
External Machine Translations: