Dutch
Detailed Translations for rustend from Dutch to Swedish
rustend:
-
rustend (met emeritaat; gewezen)
-
rustend (gepensioneerd; gewezen)
Translation Matrix for rustend:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
pensionerad | gewezen; met emeritaat; rustend | |
pensionerat | gepensioneerd; gewezen; met emeritaat; rustend | |
tillbakadragen | gepensioneerd; gewezen; rustend | alleenlevend; bedeesd; beschroomd; bleu; kopschuw; schroomvallig; schuchter; schuw; solitair; timide; verlegen |
tillbakadraget | gepensioneerd; gewezen; rustend | kopschuw; schuw |
rustend form of rusten:
Conjugations for rusten:
o.t.t.
- rust
- rust
- rust
- rusten
- rusten
- rusten
o.v.t.
- rustte
- rustte
- rustte
- rustten
- rustten
- rustten
v.t.t.
- heb gerust
- hebt gerust
- heeft gerust
- hebben gerust
- hebben gerust
- hebben gerust
v.v.t.
- had gerust
- had gerust
- had gerust
- hadden gerust
- hadden gerust
- hadden gerust
o.t.t.t.
- zal rusten
- zult rusten
- zal rusten
- zullen rusten
- zullen rusten
- zullen rusten
o.v.t.t.
- zou rusten
- zou rusten
- zou rusten
- zouden rusten
- zouden rusten
- zouden rusten
diversen
- rust!
- rust!
- gerust
- rustend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for rusten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
vila | rusttijd; steuntje | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
lägga till vila | relaxen; rusten; uitrusten; verpozen | |
vila | relaxen; rusten; uitrusten; verpozen | dutten; een dutje doen; pauzeren |
vila sig | relaxen; rusten; uitrusten; verpozen |