Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. scheuringen:
  2. scheuring:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for scheuringen from Dutch to Swedish

scheuringen:

scheuringen [de ~] noun, plural

  1. de scheuringen (schisma's)

Translation Matrix for scheuringen:

NounRelated TranslationsOther Translations
schismer scheuringen; schisma's

Related Words for "scheuringen":


scheuring:


Translation Matrix for scheuring:

NounRelated TranslationsOther Translations
meningsskiljaktighet conflict; disharmonie; onenigheid; scheuring; schisma; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verdeeldheid; vete
religiös konflikt afscheiding; geloofsafscheiding; scheuring; schisma geloofsstrijd; religieus conflict
ruptur ruptuur; scheuring
spricka ruptuur; scheuring barst; breuk; coryfee; crack; gebrek; geweldenaar; kei; kiertje; kloof; krak; manco; opening; rotsspleet; scheur; spleet; tussenruimte; uitsparing; zwakheid
VerbRelated TranslationsOther Translations
spricka aan stukken springen; een krakend geluid maken; klieven; kloven; kraken; openhakken; splijten; splitsen; uiteensplijten

Related Words for "scheuring":


Wiktionary Translations for scheuring:


Cross Translation:
FromToVia
scheuring reva; lucka; fläck; krok; hake accroc — Déchirure faite dans un tissu par quelque chose de pointu ou qui accrocher.