Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. seculariseren:


Dutch

Detailed Translations for seculariseren from Dutch to Swedish

seculariseren:

seculariseren verb (seculariseer, seculariseert, seculariseerde, seculariseerden, geseculariseerd)

  1. seculariseren (verwereldlijken)
    bli mera världslig
    • bli mera världslig verb (blir mera världslig, blev mera världslig, blivit mera världslig)

Conjugations for seculariseren:

o.t.t.
  1. seculariseer
  2. seculariseert
  3. seculariseert
  4. seculariseren
  5. seculariseren
  6. seculariseren
o.v.t.
  1. seculariseerde
  2. seculariseerde
  3. seculariseerde
  4. seculariseerden
  5. seculariseerden
  6. seculariseerden
v.t.t.
  1. heb geseculariseerd
  2. hebt geseculariseerd
  3. heeft geseculariseerd
  4. hebben geseculariseerd
  5. hebben geseculariseerd
  6. hebben geseculariseerd
v.v.t.
  1. had geseculariseerd
  2. had geseculariseerd
  3. had geseculariseerd
  4. hadden geseculariseerd
  5. hadden geseculariseerd
  6. hadden geseculariseerd
o.t.t.t.
  1. zal seculariseren
  2. zult seculariseren
  3. zal seculariseren
  4. zullen seculariseren
  5. zullen seculariseren
  6. zullen seculariseren
o.v.t.t.
  1. zou seculariseren
  2. zou seculariseren
  3. zou seculariseren
  4. zouden seculariseren
  5. zouden seculariseren
  6. zouden seculariseren
en verder
  1. ben geseculariseerd
  2. bent geseculariseerd
  3. is geseculariseerd
  4. zijn geseculariseerd
  5. zijn geseculariseerd
  6. zijn geseculariseerd
diversen
  1. seculariseer!
  2. seculariseert!
  3. geseculariseerd
  4. seculariserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for seculariseren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
bli mera världslig seculariseren; verwereldlijken