Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. slib:


Dutch

Detailed Translations for slib from Dutch to Swedish

slib:

slib [het ~] noun

  1. het slib (bagger; modder; prut; slik; slijk)
    gyttja; slam; sörja; lera; smuts; dy

Translation Matrix for slib:

NounRelated TranslationsOther Translations
dy bagger; modder; prut; slib; slijk; slik
gyttja bagger; modder; prut; slib; slijk; slik
lera bagger; modder; prut; slib; slijk; slik klei; leem
slam bagger; modder; prut; slib; slijk; slik slem
smuts bagger; modder; prut; slib; slijk; slik drek; prut; smurrie; viezigheden; zwijnerij
sörja bagger; modder; prut; slib; slijk; slik mengvoer
VerbRelated TranslationsOther Translations
sörja bedroefd zijn; bedroeven; bewenen; in de rouw zijn; rouwen; treuren; verdriet hebben

Related Words for "slib":

  • slibben