Summary
Dutch
Detailed Translations for splitten from Dutch to Swedish
splitten:
Translation Matrix for splitten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
dela | splitten | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
dela | delen; doorhakken; doorhouwen; doorklieven; doormidden hakken; in tweeën houwen; kavelen; klieven; kloven; loskoppelen; scheiden; splitsen; uit elkaar halen; uiteengaan; uitsplitsen; verdelen; verkavelen | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
dela | deelachtig |
Related Words for "splitten":
split:
-
het split (insnijding)
-
het split (inkeping; kloof; reet; uitsparing; gat; opening; scheur; barst; groef)
-
het split (steengruis; macadam; mortel; puin; metselspecie; steenslag; gruis; bik)
-
het split (metselspecie; mortel; specie; bik; macadam; puin; gruis; steenslag; steengruis)
Translation Matrix for split:
Related Words for "split":
External Machine Translations: