Dutch

Detailed Translations for tekende from Dutch to Swedish

tekenen:

tekenen verb (teken, tekent, tekende, tekenden, getekend)

  1. tekenen (portretteren; afbeelden; schilderen)
    måla av; avbilda; porträttera
    • måla av verb (målar av, målade av, målat av)
    • avbilda verb (avbildar, avbildade, avbildat)
    • porträttera verb (porträtterar, porträtterade, porträtterat)
  2. tekenen (uittekenen)
    tekna
    • tekna verb (teknar, teknade, teknat)
  3. tekenen (ondertekenen; signeren)
    underteckna; skriva under
    • underteckna verb (undertecknar, undertecknade, undertecknat)
    • skriva under verb (skriver under, skrev under, skrivit under)
  4. tekenen (karakteriseren; kenmerken; typeren; kenschetsen)
    karakterisera; beteckna; känneteckna
    • karakterisera verb (karakteriserar, karakteriserade, karakteriserat)
    • beteckna verb (betecknar, betecknade, betecknat)
    • känneteckna verb (kännetecknar, kännetecknade, kännetecknat)

Conjugations for tekenen:

o.t.t.
  1. teken
  2. tekent
  3. tekent
  4. tekenen
  5. tekenen
  6. tekenen
o.v.t.
  1. tekende
  2. tekende
  3. tekende
  4. tekenden
  5. tekenden
  6. tekenden
v.t.t.
  1. heb getekend
  2. hebt getekend
  3. heeft getekend
  4. hebben getekend
  5. hebben getekend
  6. hebben getekend
v.v.t.
  1. had getekend
  2. had getekend
  3. had getekend
  4. hadden getekend
  5. hadden getekend
  6. hadden getekend
o.t.t.t.
  1. zal tekenen
  2. zult tekenen
  3. zal tekenen
  4. zullen tekenen
  5. zullen tekenen
  6. zullen tekenen
o.v.t.t.
  1. zou tekenen
  2. zou tekenen
  3. zou tekenen
  4. zouden tekenen
  5. zouden tekenen
  6. zouden tekenen
en verder
  1. ben getekend
  2. bent getekend
  3. is getekend
  4. zijn getekend
  5. zijn getekend
  6. zijn getekend
diversen
  1. teken!
  2. tekent!
  3. getekend
  4. tekenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for tekenen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
avbilda afbeelden; portretteren; schilderen; tekenen afschilderen; doen lijken; dupliceren; uitschilderen
beteckna karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren
karakterisera karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; typeren
känneteckna karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren indexeren; van indexnummers voorzien
måla av afbeelden; portretteren; schilderen; tekenen
porträttera afbeelden; portretteren; schilderen; tekenen uitbeelden; uitschilderen; verbeelden; verpersonificeren; vertolken
skriva under ondertekenen; signeren; tekenen
tekna tekenen; uittekenen
underteckna ondertekenen; signeren; tekenen

Related Words for "tekenen":


Synonyms for "tekenen":


Related Definitions for "tekenen":

  1. er je handtekening onder zetten1
    • je moet dit formulier nog tekenen1
  2. duidelijk laten uitkomen hoe het is1
    • het tekent hem dat hij een uur te laat was1
  3. een afbeelding van iets of iemand maken1
    • hij tekende een landschap1

Wiktionary Translations for tekenen:


Cross Translation:
FromToVia
tekenen teckna; rita draw — to produce a picture
tekenen linjera line — to mark with a line
tekenen teckna; rita zeichnen — (transitiv) eine bildliche Darstellung mittels Stift, Kohle, Kreide und Ähnlichem oder mittels stiftbasierter Eingabegeräte (Touchpens), virtuellem Stift beziehungsweise Mausklick vornehmlich in Linien und Strichen von etwas oder jemandem (künstlerisch) anfertigen, welche sich letztlich
tekenen teckna; underteckna zeichnen — (transitiv) unterzeichnen
tekenen rita; teckna dessiner — Reeprésenter par un dessin
tekenen uppvisa; utpeka; kora désigner — Traduction à trier
tekenen märka; stämpla marquer — Distinguer une chose d’une autre au moyen d’une marque. (Sens général).
tekenen skriva; teckna; underskriva; underteckna signer — À trier