Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. toejuichen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for toejuichen from Dutch to Swedish

toejuichen:

toejuichen verb (juich toe, juicht toe, juichte toe, juichten toe, toegejuicht)

  1. toejuichen (bejubelen)
    inspirera; stimulera; uppmuntra
    • inspirera verb (inspirerar, inspirerade, inspirerat)
    • stimulera verb (stimulerar, stimulerade, stimulerat)
    • uppmuntra verb (uppmuntrar, uppmuntrade, uppmuntrat)
  2. toejuichen (aanvuren; aanmoedigen; bezielen)
    uppmuntra
    • uppmuntra verb (uppmuntrar, uppmuntrade, uppmuntrat)

Conjugations for toejuichen:

o.t.t.
  1. juich toe
  2. juicht toe
  3. juicht toe
  4. juichen toe
  5. juichen toe
  6. juichen toe
o.v.t.
  1. juichte toe
  2. juichte toe
  3. juichte toe
  4. juichten toe
  5. juichten toe
  6. juichten toe
v.t.t.
  1. heb toegejuicht
  2. hebt toegejuicht
  3. heeft toegejuicht
  4. hebben toegejuicht
  5. hebben toegejuicht
  6. hebben toegejuicht
v.v.t.
  1. had toegejuicht
  2. had toegejuicht
  3. had toegejuicht
  4. hadden toegejuicht
  5. hadden toegejuicht
  6. hadden toegejuicht
o.t.t.t.
  1. zal toejuichen
  2. zult toejuichen
  3. zal toejuichen
  4. zullen toejuichen
  5. zullen toejuichen
  6. zullen toejuichen
o.v.t.t.
  1. zou toejuichen
  2. zou toejuichen
  3. zou toejuichen
  4. zouden toejuichen
  5. zouden toejuichen
  6. zouden toejuichen
en verder
  1. ben toegejuicht
  2. bent toegejuicht
  3. is toegejuicht
  4. zijn toegejuicht
  5. zijn toegejuicht
  6. zijn toegejuicht
diversen
  1. juich toe!
  2. juicht toe!
  3. toegejuicht
  4. toejuigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

toejuichen [znw.] noun

  1. toejuichen (aanvuren; aanmoedigen; stimuleren)
    motivation

Translation Matrix for toejuichen:

NounRelated TranslationsOther Translations
motivation aanmoedigen; aanvuren; stimuleren; toejuichen
stimulera bemoedigingen
uppmuntra bemoedigingen
VerbRelated TranslationsOther Translations
inspirera bejubelen; toejuichen bezielen; een inspirerende werking hebben; inboezemen; ingeven; inspireren
stimulera bejubelen; toejuichen aanmoedigen; aansporen; aanvuren; aanzetten; activeren; animeren; bemoedigen; bezielen; iemand motiveren; oppeppen; opwekken; prikkelen; stimuleren; toemoedigen; vooruitschoppen
uppmuntra aanmoedigen; aanvuren; bejubelen; bezielen; toejuichen aanmoedigen; aanvuren; aanzetten tot; bemoedigen; blij maken; geruststellen; iemand begunstigen; instigeren; moed inspreken; motiveren; opbeuren; opfleuren; opmonteren; provoceren; stimuleren; toemoedigen; verkwikken; voorschuiven; voortrekken; vrolijker worden
ModifierRelated TranslationsOther Translations
uppmuntra opgekikkerd; opgeknapt

Wiktionary Translations for toejuichen:


Cross Translation:
FromToVia
toejuichen hylla acclamersaluer par des acclamations.
toejuichen applådera applaudirbattre des mains en signe d’approbation.