Summary
Dutch
Detailed Translations for toeschijnen from Dutch to Swedish
toeschijnen:
-
toeschijnen (lijken; schijnen; eruit zien)
Conjugations for toeschijnen:
o.t.t.
- schijn toe
- schijnt toe
- schijnt toe
- schijnen toe
- schijnen toe
- schijnen toe
o.v.t.
- scheen toe
- scheen toe
- scheen toe
- schenen toe
- schenen toe
- schenen toe
v.t.t.
- heb toegeschenen
- hebt toegeschenen
- heeft toegeschenen
- hebben toegeschenen
- hebben toegeschenen
- hebben toegeschenen
v.v.t.
- had toegeschenen
- had toegeschenen
- had toegeschenen
- hadden toegeschenen
- hadden toegeschenen
- hadden toegeschenen
o.t.t.t.
- zal toeschijnen
- zult toeschijnen
- zal toeschijnen
- zullen toeschijnen
- zullen toeschijnen
- zullen toeschijnen
o.v.t.t.
- zou toeschijnen
- zou toeschijnen
- zou toeschijnen
- zouden toeschijnen
- zouden toeschijnen
- zouden toeschijnen
en verder
- ben toegeschenen
- bent toegeschenen
- is toegeschenen
- zijn toegeschenen
- zijn toegeschenen
- zijn toegeschenen
diversen
- schijn toe!
- schijnt toe!
- toegeschenen
- toeschijnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for toeschijnen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
se ut att | eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen | |
tyckas | eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen | de schijn van iets hebben; schijnen |
verka | eruit zien; lijken; schijnen; toeschijnen | opkomen bij |
Wiktionary Translations for toeschijnen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• toeschijnen | → synas; tyckas | ↔ sembler — avoir l’air, l’apparence |