Summary
Dutch
Detailed Translations for toezeg from Dutch to Swedish
toezeggen:
-
toezeggen (beloven)
Conjugations for toezeggen:
o.t.t.
- zeg toe
- zegt toe
- zegt toe
- zeggen toe
- zeggen toe
- zeggen toe
o.v.t.
- zegde toe
- zegde toe
- zegde toe
- zegden toe
- zegden toe
- zegden toe
v.t.t.
- heb toegezegd
- hebt toegezegd
- heeft toegezegd
- hebben toegezegd
- hebben toegezegd
- hebben toegezegd
v.v.t.
- had toegezegd
- had toegezegd
- had toegezegd
- hadden toegezegd
- hadden toegezegd
- hadden toegezegd
o.t.t.t.
- zal toezeggen
- zult toezeggen
- zal toezeggen
- zullen toezeggen
- zullen toezeggen
- zullen toezeggen
o.v.t.t.
- zou toezeggen
- zou toezeggen
- zou toezeggen
- zouden toezeggen
- zouden toezeggen
- zouden toezeggen
en verder
- ben toegezegd
- bent toegezegd
- is toegezegd
- zijn toegezegd
- zijn toegezegd
- zijn toegezegd
diversen
- zeg toe!
- zegt toe!
- toegezegd
- toezeggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for toezeggen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
lova | beloven; toezeggen | oploeven; prijzen; van een prijs voorzien |